Fietspaden Fietsruimte
Bochtstralen
Basis niveau
- > 17,5 m (in lengterichting fietspad)
- > 4 m (bij kruisingen)
- Bij bochten >90° kan de straal kleiner zijn vanwege ruimtebeslag
- Bij VRI (opstelplek fietser en oversteek voetganger krapper): (R=2 of 3m)
Hoog niveau
- > 5 m (kruisingen)
Oversteken
- Oversteeklengte < 7,0 m
- Vluchtheuvel breedte > breedte oversteek, diepte > 2,5 m
Paaltjes
Basis niveau
- Richtlijn ‘Paaltjes in fietsroutes’ Zwolle toepassen
- Minimale hoeveelheid paaltjes gebruiken
Hoog niveau
- Minimale passeerruimte (indien paaltje op eenrichtingsfietspad nodig is) > 1,50 m
Obstakels in fietsroutes zorgen landelijk voor bijna 7% van de fietsgewonden die op de eerste hulp worden binnengebracht (ongeveer 4500 per jaar). Een schatting is dat ongeveer 1500 van die ongevallen veroorzaakt wordt door paaltjes. Vooral ouderen of mensen die onbekend zijn in de omgeving lopen een verhoogd risico. Ongevallen worden met name veroorzaakt doordat mensen paaltjes niet of te laat zien. Dit kan liggen aan de vormgeving van de paal of aan het feit dat een andere fietser in het zicht fietst. Dit heeft er toe geleid dat in Zwolle aanvullende richtlijnen zijn opgesteld met betrekking tot de plaatsing en vormgeving van paaltjes. Deze staan beschreven in het document "paaltjes in fietsroutes".
Vrije hoogte
- 2,45 m
- Voor strooiroutes > 3,0 m
Vrije breedte
Basis niveau
- > 2,50 m (enkelzijdig fietspad)
- > 3,50 m (dubbelzijdig fietspad)
- Stevige (berijdbare) bermen of afgevlakte banden maken fietspaden beter toegankelijk
Hoog niveau
- > 4 m (dubbelzijdig fietspad)
Voor het ontwerpen van fietsinfrastructuur zijn er technische en fysieke kenmerken van fiets en fietser. Voor de fiets gelden standaardwaarden van het normvoertuig en voor het profiel van vrije ruimte fietser. Deze afmetingen zijn opgenomen in de tabel hieronder. Om stabiel te kunnen fietsen, is een minimale snelheid van 12 km/h nodig. Als de snelheid lager wordt, neemt de instabiliteit toe en gaat de fietser slingeren. De slingerbeweging (afwijken van de rechte lijn) heet ook wel vetergang. Deze vetergang is vooral groot bij het wegrijden vanuit stilstand, het oprijden van hellingen en bij scherpe bochten. Normaal is de vetergang circa 0,20 m. Bij langzaam fietsen kan de vetergang oplopen tot 0,80 m. Ook is er afstand nodig tot obstakels. Voor deze obstakelvrees bestaan richtlijnen die opgenomen zijn in de figuur hiernaast. Dit profiel van vrije ruimte is de breedte op rechtstanden. In bochten komt daar circa 0,50 m extra ruimte bij.
- Lengte;1,94 m
- Breedte (wettelijk max. fiets met twee wielen: 0,75 m, driewielfiets: 1,5 m) 0,64 m
- Zithoogte 0,90 m
- Gemiddelde fietssnelheid 18 km/h
- Vetergang normmens 0,20 m
- Vetergang langzaam fietsen, max. 0,80 m
Vergevingsgezind ontwerp
Fietsers kunnen te maken hebben met verminderde cognitieve en lichamelijke functies die invloed hebben op het waarnemen, beslissen en handelen in het verkeer. Er zijn factoren die vooral voor de oudere fietser een rol spelen:
Door verminderd zicht en risicomijdend gedrag houden senioren een grotere afstand aan tot obstakels. De vrije ruimte is dus groter.
De fietssnelheid van sommige senioren is traag. De vetergang kan daardoor oplopen tot zo'n 0,80 m.
Bij het oversteken hebben senioren meer moeite om het hiaat tussen voertuigen in te schatten. Dit komt door verminderd zicht, minder flexibiliteit van de nek (vooral wanneer verkeer uit twee richtingen komt) en tragere informatieverwerking.
Fietsers zijn zich vaak niet altijd bewust van de beperking in hun fysieke functies. Een deel is zich bewust van de risico's en zal het verkeersgedrag aanpassen. Door de omgeving zodanig in te richten dat senioren zich gemakkelijker kunnen voortbewegen, zal de verkeerstaak voor hen gemakkelijker worden en de verkeersveiligheid toenemen.
Vrije ruimte
Een oudere fietser heeft gemiddeld een groot profiel van vrije ruimte nodig. Het uitgaan van minimale waardes kan problemen opleveren. Om ook senioren een veilig fietspad te bieden, wordt aanbevolen om niet van minimale maten uit te gaan. Hiervan hebben ook gebruikers van scootmobielen, gehandicapten-voertuigen (beide 1,1 m breed) en driewielfiets (1,5 m breed) profijt.