De coronamaatregelen die onze levendige stad doet verstillen inspireerde de Zwolse stadsdichter Jeroen Kraakman tot het gedicht Allermooist.
Allermooist
(zie ook de video van Jeroen Kraakman - ondertiteld)
op mijn allermooist
luistert de stad mij toe
ben ik toch
als duizenden schuifelen
door mijn gebouwen
over de vloeren die ik voor ze legde
op je allermooist
roep ik haar toe
ben je juist
als de mensen rusten
de wereld giert
en hier het leven veilig pauzeert
op mijn allermooist
kwijnt de stad weg
ben ik toch
als een onzichtbare gastvrouw
iedereen is welkom
binnen mijn stenen armen
op je allermooist
beaam ik schuchter
ben je juist
als de gulle grootmoeder
iedereen is veilig
binnen jouw eeuwenoude liefde
op mijn allermooist
zwijmelt de stad verliefd
ben ik toch
als gelach opstijgt boven
klinkende glazen
waar nachten ochtenden worden
op je allermooist
grijns ik de stad toe
ben je juist
als je onder onzichtbaar zwart
de stemmen opvangt
van uitbundig genietend leven
op mijn allermooist
besluit de stad
ben ik juist
als de mensen leven
muziek in de straten
iedereen onderweg naar ergens anders
onder mijn vleugels, of even niet
hoor je niet
de oh’s en ah’s in het museum
de ademloze stilte als men zingt
in theater, kerk, kroeg of andersoortige tempel
de roepende marktmannen en -vrouwen
vijf doosjes frambozen voor twee euro
de werkende bijen in alle hoeken en gaten
Iedereen rennend, vliegend, zoemend, over de wegen en straten
op je allermooist
besluit ik tevreden
ben je, Zwolle
als je leeft, onbezoldigd onbevreesd
de muziek in de straten zijn wij, de mensen onder jouw daken
pratend, zingend, lachend, zwijgend, ruziënd, goedmakend
levend, levend, levend, levend
op je allermooist
fluister ik zacht
ben je, Zwolle
als je gonst van geluk
maar dat de stilte van veilig opgesloten
nu het enige, gekmakende geluid is
dat in onze oren weerkaatst
dat maakt je niets minder mooi, Zwolle
Jeroen Kraakman. Stadsdichter Zwolle. 10 april 2020.