Schapen zijn levende grasmaaiers. Deze kuddedieren eten de hele dag door grassen, kruiden en andere planten. Door hun vacht en uitwerpselen zijn schapen goede verspreiders van zaden. Niet alleen plantensoorten, maar ook insecten, slakjes en spinnen reizen mee met het schaap en kunnen zich zo verspreiden.
Op deze manier brengen ze afwisseling aan in de bodem. Door de schapen op precies afgestemde tijden terug te laten komen op dezelfde plek, houden ze de bloemrijke plantengroei in stand.