Locatie gehandicapten­parkeerplaats

Aantal

  • Bij gebouwgebonden parkeerplaatsen ten minste 2%  van totaal en minimaal 1.
  • Bij elke (grondgebonden)woning moet het mogelijk zijn een gehandicaptenparkeerplaats te realiseren
  • In parkeergarages ≥ 2% van totale aantal plaatsen, minimaal 1 plaats
  • Van de niet-gebouwgebonden parkeerplaatsen ≥ 2% van de capaciteit

Bij (clusters van) gezondheidsvoorzieningen, verzorgingsinstellingen, culturele instellingen en openbare gebouwen dient het aantal algemene gehandicaptenparkeerplaatsen te worden afgestemd op de behoefte. Hier zijn vaak grotere aantallen nodig.

Situering

Basis niveau

  • Gebouwgebonden parkeerplaatsen liggen bij voorkeur  ≤ 50 meter vanaf de entree
  • In parkeergarages worden parkeerplaatsen bij voorkeur ≤ 25 meter vanaf een stijgpunt gesitueerd
  • Algemene gehandicaptenparkeerplaatsen worden evenredig verdeeld over de stad
  • Een gehandicaptenparkeerplaats moet aan een  route liggen die voldoet aan de eisen van toegankelijkheid

Hoog niveau

  • Er zijn altijd gehandicaptenparkeerplaatsen
  • Gebouwgebonden parkeerplaatsen liggen altijd  ≤ 50 meter vanaf de entree
  • In parkeergarages worden parkeerplaatsen  ≤ 25 meter vanaf een stijgpunt gesitueerd
  • Buiten garage aangeven of gehandicaptenparkeerplaatsen vrij zijn

Gehandicaptenparkeerplaatsen moeten zodanig gesitueerd worden dat ze goed bereikbaar en bruikbaar zijn. Over het algemeen betekent dit dat een gehandicaptenparkeerplaats zo dicht mogelijk bij de bestemming ligt.

Gebouwgebonden parkeerplaatsen

Gehandicaptenparkeerplaatsen moeten zo dicht mogelijk bij de hoofdingang van belangrijke bestemmingen worden gesitueerd.

Parkeergarages

Gehandicaptenparkeerplaatsen in een parkeergarage moeten zo dicht mogelijk bij de lift worden gesitueerd. Bij parkeergarages is verder het Bouwbesluit van toepassing.

In (overdekte) winkelgebieden dienen gehandicaptenparkeerplaatsen gelijkmatig verdeeld te worden over de belangrijkste toegangen

Route

Het is van belang dat niet alleen de parkeerplaats zelf toegankelijk is, maar ook de route er naar toe.

De inrichting van parkeerterreinen verdient extra aandacht. Hier wordt niet altijd in voldoende mate rekening gehouden met de voetganger. (Gescheiden) looproutes, oversteekplaatsen en bijvoorbeeld eenrichtingsverkeer voor auto’ s kunnen helpen om een parkeerterrein overzichtelijker en veiliger te maken.

Parkeermeters en automaten

Parkeermeters en -automaten dienen vanaf de parkeerplaats volgens de richtlijnen voor looproutes bereikbaar te zijn. Ook dienen eventuele hoogteverschillen in de looproute te worden overbrugd volgens de richtlijnen voor hellingen. De automaten dienen zodanig geplaatst te zijn dat ze door iedereen bediend kunnen worden.

Daarbij dient ook rekening gehouden te worden met de maximale bedieningshoogte van de parkeerautomaat tussen 0,9-1,2 meter.