Vanaf 1600 stond hier een stellingmolen waarmee eek uit eikenschors werd gemaakt.
Toen de vesting in 1809 door Lodewijk Napoleon aan de stad Zwolle werd geschonken werd deze omgevormd tot een park in de Engelse Landschapsstijl.
Hier stond één van de drie Zwolse dubbelpoorten. De Binnen Kamperpoort (1398-1772) en de Buiten-Kamperpoort (1488-1814) waren verbonden met muren.
Rond 1600 werden de gemetselde voorwal(fausse braye) en de hoofdwal in de bekende vijfhoekige vorm van een bolwerk aangelegd.
In 1939-1940 is ten oosten van Zwolle, langs de Overijsselsche Vecht, een kazemattenlinie aangelegd, die als verdieping gold van de in de jaren dertig gerealiseerde brugkazematten linie langs de IJssel.
17de eeuwse doorgang voor de bontwerkers om de vellen in de stadsgracht te kunnen wassen en op de grond bij de muur te kunnen drogen.
De Pelsertoren was een van de vele 15de eeuwse vestingtorens die rond Zwolle werden gebouwd ter verdediging van de stad.
In 1409 is deze forse Stadspoort opgetrokken als vervanging van een ouder poortgebouw ‘die Zaggingporte’ dat zich waarschijnlijk aan het einde van de Krommejak bevond.
In 1939-1940 is langs de Overijsselse Vecht een kazematten-linie aangelegd als verdieping van de in de jaren dertig gerealiseerde brugkazematten linie langs de IJssel.
In 1488 gebouwde stadspoort aan St. Joris gewijd met in oorlogstijd een bezetting van 10 man. In 1846 is de poort grotendeels afgebroken.
Op 31 augustus 1230 ontving Zwolle het stadsrecht. Een belangrijke bepaling van dit stadsrecht was dat de bewonders de vrijheid kregen om hun nederzetting te omgeven met grachten, planken en muren.
De Vispoort is een voormalige stadspoort in de stadsmuur van Zwolle.
Eind 15de eeuwse verdedigingstoren met geschutopeningen als onderdeel van de stadsmuur met weergang. In vredestijd woning van een door de stad aangestelde wijndrager.
Eind 15de eeuwse verdedigingstoren met zandstenen overkraging en schietspleet naast de kleine Aa.