Herkenbaarheid oversteekplaatsen

Eenvoud

  • Middengeleiders geven mensen met oriëntatieproblemen, waaronder slechtzienden, ouderen en kinderen, rust en overzicht. Ze hoeven maar op één rijbaan te letten.
  • Pas op wegen vanaf 50 km/uur altijd middengeleiders toe.
  • Zorg voor voldoende oversteektijd bij voetgangerslicht

Herkenbare vormgeving

  • De plaats van de oversteek is herkenbaar voor zowel voetganger als weggebruiker.
  • Als een oversteek over de gehele breedte wordt uitgevoerd in een wat betreft helderheid afwijkende bestrating, dient te worden voorkomen dat hierdoor de suggestie wordt gewekt dat voetgangers voorrang hebben
  • Waar een voetgangersroute een drukke weg kruist, zijn oversteekvoorzieningen van goede kwaliteit vereist.

Bij oversteekvoorzieningen is het van belang dat er voldoende zicht is op aankomend verkeer en wachtende personen.

  • Zorg bij de vormgeving van de bestrating dat automobilisten de parkeerafstand van 5 m tot de hoek van de straat in acht nemen. Door de hoge parkeerdruk parkeren auto’s steeds vaker ‘te’ dicht op de hoek van de straat, waardoor er nauwelijks zicht is op de oversteek.
    • In wijken met een hoge parkeerdruk zou elke straathoek voorzien kunnen worden van een markering die deze 5 m niet-parkeerzone aangeeft. Bijvoorbeeld een witte punt.
  • Gemeentelijk groen op hoeken van straten dient regelmatig te worden gesnoeid, zodat voetgangers, fietsers, bromfietsers en automobilisten bijtijds gesignaleerd worden.
  • Plaats boven elke oversteek een straatlantaarn.

Zebrapaden

  • Voor de afweging of een zebra moet worden toegepast, wordt gebruik gemaakt van de Zwolse richtlijn Een Stap Vooruit!
  • Voorzie rijbanen met een hoge verkeersdruk van zebrapaden.
  • Zorg dat een zebra ook ‘s nachts goed zichtbaar is en plaats straatlantaarns boven de oversteek.
  • Laat het zebrapad ook doorlopen over vrijliggende fietspaden. Dit geeft mensen met oriëntatieproblemen, waaronder slechtzienden, ouderen en kinderen, rust en overzicht.
  • Wanneer de zebra niet over de fietspaden wordt doorgetrokken dient de middengeleider wel minimaal 2 m diep te zijn, zodat ook scootmobielen en rolstoelen zich kunnen opstellen.

Het advies is:

  1. Meer aandacht voor snelheidsremmende maatregelen;
  2. Voldoende opstelruimte op rustpunten zonder obstakels (zoals verkeerslicht midden op rustpunt) en optimale aansluiting op op- en afrit.
  3. Hoorbaarheid van rateltikkers bij veel verkeerslawaai checken; uniformiteit in geleidelijnen, verwijderen van belemmeringen die de zichtbaarheid verstoren (bijvoorbeeld tussen oversteekplaats en geparkeerde auto's, struiken etc.).

Uitgangspunten voor voetgangersoversteekplaatsen (zebrapaden)