Routegeleiding soorten markering

Attentievlakken

  • Attentievlakken zijn onderbrekingen in geleidelijnen t.b.v. specifieke informatie aan de gebruikers
  • Toepassen bij richtingveranderingen van 15 graden en meer en bij kruispunten
  • Op ieder beslispunt in een geleidelijn (hoek, kruising, afslag, etc.) een attentievlak toepassen.
  • Max. 0,60 x 0,60 m uitgevoerd met de aanwezige bestrating (dezelfde kleur en materiaal)
  • 0,30 x 0,60 m bij attenderingsvlakken voorafgaand aan een waarschuwingsmarkering

Toepassing

  • Attentievlakken zijn onderbrekingen in geleidelijnen t.b.v. specifieke informatie aan de gebruikers, zoals:
    • Afbuiging van de richting en/of T-splitsing en/of kruising
    • Aangeven van een objectmarkering
    • Attendering voor waarschuwingsmarkering
    • Attendering hellingbaan
  • Attentievlakken zijn onderbrekingen in geleidelijnen om de gebruikers opmerkzaam te maken op (mogelijke) veranderingen. Ze worden toegepast bij keuzepunten in geleidelijnen en bij richtingveranderingen groter dan 15 graden.
  • Daarnaast worden attentievlakken toegepast als voorwaarschuwing van een waarschuwingsmarkering, bij informatiepunten en bij hellingbanen van 1 : 20 of steiler. Een attentievlak is vlak van structuur en bestaat uit hetzelfde materiaal als de omgeving. Het attentievlak sluit aan op een geleidelijn. Een attentievlak is vierkant (0,60 × 0,60 m). Een attentievlak als voorwaarschuwing van een waarschuwingsmarkering is rechthoekig (0,30 x 0,60 m) .

Vorm

  • Onderbreking van de geleidelijn
  • Vlak bestraat/afgewerkt met het rondom de geleidelijn aanwezige bestratingsmateriaal / de vloerafwerking
  • Indien bestratingsmateriaal een ruwe afwerking heeft (bijv. oude straatklinkers etc.) bij voorkeur het attentievlak uitvoeren met vlak en glad bestratingsmateriaal, zoals betontegels

Detaillering

  • Max. 0,60 x 0,60 m uitgevoerd met de aanwezige bestrating (dezelfde kleur en materiaal)
  • 0,30 x 0,60 m bij attenderingsvlakken voorafgaand aan een waarschuwingsmarkering
Tussen blindegeleidelijnen is een attentievlak ingetekend.

Object- en informatiemarkering

  • Objectmarkeringen worden aangebracht wanneer er zich aan de geleidelijn een object bevindt met voor de volger van de lijn relevante informatie en/of een relevante functie, bijvoorbeeld een informatiezuil of in het openbaar vervoer een kaartautomaat.
  • Materiaal dat in kleur, tast en zo mogelijk klank afwijkt van de aanwezige bestrating.
  • Afmeting vlak: 0,60 x 0,60 m
  • De afstand tussen informatiepunten objectmarkering bedraagt ten minste 1,20 m

Toepassing

Objectmarkeringen worden aangebracht wanneer er zich aan de geleidelijn een object bevindt met voor de volger van de lijn relevante informatie en/of een relevante functie, bijvoorbeeld een informatiezuil of in het openbaar vervoer een OV-chipkaartlezer, kaartautomaat, S&A zuil (Service- en Alarmzuil).

Wanneer het object zich niet rechtstreeks aan de geleidelijn bevindt, wordt met de objectmarkering aangegeven dat er een geleidelijn (‘informatielijn’) naar een informatiepunt loopt.

Object- en informatiemarkering onderscheidt zich tactiel, visueel en eventueel akoestisch van het omgevingsmateriaal. Een objectmarkering ligt in de meeste gevallen langs de geleidelijn en maakt geen deel uit van de doorgaande looproute. In de geleidelijn wordt ter hoogte van de objectmarkering een attentievlak aangebracht. Als het informatiepunt zich verder dan 1,20 m van de geleidelijn bevindt, wordt een geleidelijn aangebracht tussen de objectmarkering en het informatiepunt.

Objectmarkering wordt aangebracht wanneer zich langs de geleidelijn een object bevindt met voor de volger relevante informatie en/of een relevante functie. Denk bijvoorbeeld aan praatpalen, check-in/check-uitpalen, balies, (kaart)automaten of aanvraagknoppen. Desgewenst kan voor entrees van publieke gebouwen een informatiemarkering worden aangebracht.

Vorm

  • Materiaal dat in kleur, tast en zo mogelijk klank afwijkt van de aanwezige bestrating.
  • K-waarde markering – aansluitende bestrating: 0,3
  • Het gebruikte materiaal moet antislip zijn

Detaillering

  • Afmeting vlak: 0,60 x 0,60 m
  • Bij glad oppervlak (bijv. staal, aluminium, keramiek) profiel aanbrengen voor een betere voelbaarheid en antislip.
  • De afstand tussen informatiepunten objectmarkering bedraagt ten minste 1,20 m
  • Object- en informatiemarkering onderscheidt zich tactiel, visueel en eventueel akoestisch van het omgevingsmateriaal

Materialisering

  • Vlakke rubbertegel
  • Keramische tegel
  • Betontegel troffel epoxy met carborundum inlage
De tekening maakt zichtbaar op welke plekken object- en informatiemarkering nodig is bij blindengeleidelijnen.

Waarschuwingsmarkering

  • Een waarschuwingsmarkering wijkt wat betreft klank, structuur en kleur af van de geleidelijn en is daarom geschikt om onoverzichtelijke en gevaarlijke situaties te markeren.
  • Waarschuwingsmarkeringen worden uitsluitend op die plaatsen aangebracht waar een gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, zoals bij:
    • trappen (bovenaan),
    • oversteekplaatsen
    • beëindiging van een geleidelijn zonder dat aansluitend op de geleidelijn een gidslijn kan worden gevolgd
  • Noppenvlak: minimaal 0,60 x 0,60 m

Vorm

  • Noppen
  • Materiaal dat in kleur en tast kan afwijken van de aanwezige bestrating, e.e.a. afhankelijk van de situatie
  • Kleur van de waarschuwingsmarkering bij voorkeur wit

Detaillering

  • Noppenvlak: minimaal 0,60 x 0,60 m
  • Diepte noppenvlak: 0,60 m
  • Lengte noppenvlak: variabel (min. 0,60 m), het hart van de lengte van het vlak ligt altijd in het verlengde van het hart van de geleidelijn
  • Waarschuwingsmarkering kenmerkt zich door een met de voet en een taststok voelbaar profiel
  • De afstand tot obstakels bedraagt ten minste 0,30 m en bij spoorovergangen ten minste 0,60 m
  • De kleur van de markering is blijvend contrasterend met die van de omgeving en de geleidelijn
  • Noppen in opliggend reliëf
  • Noppen in een vierkant (orthogonaal) rasterpatroon
  • Richting van het rasterpatroon t.o.v. de geleidelijn is voor de waarschuwingsfunctie niet relevant
  • Diameter nop: 0,025 m
  • Hoogte nop: 0,005 m
  • De hart-op-hartafstand tussen de noppen is 0,06 m (orthogonaal) en 0,08 m (diagonaal)
  • De afstand van het hart van de nop tot het eind van de tegel is 0,03 m
De tekening laat zien dat er aan het einde van een lijn waarschuwingsmarkering is.