Routegeleiding

Routegeleiding is primair bedoeld voor mensen met een visuele beperking die zonder dit hulpmiddel hun weg niet zelfstandig kunnen volgen. Gids- en geleidelijnen zijn daarom geen doel op zich, maar slechts een hulpmiddel voor oriëntatie. Deze dienen door de wegbeheerder in goede conditie te worden gehouden zodat betekenis en functie gehandhaafd blijft.

Gids- en geleidelijnen communiceren de vind- en volgbaarheid met de gebruikers op twee manieren:

  • Tactiel : de ribbels / lijnen
  • Visueel : contrast met omliggende bestrating

De tactiele eigenschappen van een geleidelijn, de ribbels, moeten duidelijk onderscheidend van de ondergrond zijn zodat deze duidelijk met de taststok en/of met de voeten voelbaar zijn. De visuele eigenschappen moeten slechtzienden in staat stellen de aanwezigheid en richting van de lijn te onderscheiden van de omliggende bestrating en/of vloerafwerking. Dit kan gebeuren door de lijnen en/of ribbels in een duidelijk contrasterende kleur uit te voeren ten opzichte van de omliggende bestrating en/of vloerafwerking. De meeste volgers van deze vorm van routegeleiding maken gebruik van zowel de tactiele als de visuele eigenschappen van geleidelijnen.