Overlast van dieren voorkomen

Zwolle is een groene stad, waarin veel wilde planten en dieren dichtbij de Zwolse inwoners leven. Dit gaat meestal zonder problemen. Toch kan soms ook overlast ontstaan. Op deze pagina lees je wat je zelf kan doen om overlast te voorkomen.

Hoe kan overlast ontstaan?

In de natuur wordt de grootte van een populatie dieren (de hoeveelheid individuen van één diersoort) bepaald door allerlei factoren. Denk bijvoorbeeld aan de beschikbare plekken om te schuilen, de hoeveelheid voedsel of het aantal natuurlijke vijanden. Al die factoren bij elkaar creëren een ecologisch evenwicht. Dit ecologisch evenwicht bepaalt hoe groot een populatie dieren of planten kan worden binnen een bepaald gebied.

Dit evenwicht kan uit balans raken als één of meerdere van die factoren plotseling veranderen. Bijvoorbeeld door een onbeperkte hoeveelheid voedsel of geen natuurlijke vijanden. Als dit gebeurt kan een populatie hard groeien. Zo’n grote populatie in de stad zorgt al gauw voor overlast.

Overlast voorkomen

Vaak zorgen wij zelf bewust of onbewust voor een situatie waarin dat natuurlijke evenwicht wordt verstoord. Denk bijvoorbeeld aan het achterlaten van zwerfvuil of het voeren van wilde dieren. Hieronder lees je wat je zelf kan doen om overlast te voorkomen.

Wat kunt u zelf doen om overlast helpen te voorkomen?

Tegen overlast van insectenplagen

Je kan in de tuin (voor een gedeelte) een kruidenrijk zadenmengsel inzaaien of  bloembollen poten. Bloemen en kruiden trekken nuttige insecten aan zoals gaasvliegen en sluipwespen. Deze insecten helpen in de strijd tegen plagen zoals de bladluis of de eikenprocessierups. Om ze een plekje te geven waar ze kunnen schuilen zou je een hoekje van de tuin kunnen laten verwilderen of een insectenhuisje aanbrengen.

Tegen overlast van stadsduiven

In veel Nederlandse steden wordt overlast van vogels zoals de stadsduif ervaren. Populaties stadsduiven kunnen sterk groeien wanneer veel voedsel aanwezig is. Om overlast te voorkomen moeten we de hoeveelheid voedsel dan ook beperken. Laat dan ook geen zwerfaval achter, dump geen voedselresten in de natuur en voer geen vogels bij. Als je last hebt van stadsduiven op je huis kan je duif werende materialen aanbrengen wanneer ze niet aan het broeden zijn.

Tegen overlast van andere vogels

Ook andere vogels zoals meeuwen, kraaien en ganzen kunnen voor overlast zorgen. Door het bijvoeren van deze vogels raken ze gewend aan mensen en zullen ze steeds vaker inwoners opzoeken voor voedsel met overlast tot gevolg.

Wil je toch de tuinvogels bijvoeren gebruik dan speciale voederapparaten (bijvoorbeeld silo’s) die ongeschikt zijn voor vogels zoals de kraai of meeuw.

Tegen overlast van knaagdieren

Knaagdieren zoals huismuizen en ratten kunnen uitgroeien tot een plaag wanneer voldoende voedsel en schuilmogelijkheden zijn. Door de omgeving schoon te houden , dieren niet bij te voeren, geen eten te dumpen en gaten en openingen te dichten voorkom je een plaag in en rondom je huis.

De steenmarter, eikenprocessierups en ganzenoverlast

Voor meer informatie over de steenmarter, eikenprocessierups en ganzenoverlast kunnen de daarvoor ingerichte pagina’s worden geraadpleegd.