Ten behoeve van het opstellen van de richtlijnen is onderscheidt gemaakt in vier categorieën beperkingen: fysieke, visuele, auditieve en cognitieve/verstandelijke beperkingen.
Beperkingen in bewegen worden veroorzaakt door aandoeningen waarbij spieren en/of zenuwen niet goed of helemaal niet meer werken.
Blinden en slechtzienden oriënteren zich op een andere manier dan mensen die goed zien.
De groep mensen met een auditieve beperking is heel divers: hun beperking varieert van een licht gehoorverlies tot volledige doofheid.
Iemand met een verstandelijke beperking heeft een beperking in het intellectueel functioneren.